Tagarchief: film

‘Bambi’ maakt van ons geen betere mensen

Afgelopen week legde een Amerikaanse rechter een hardleerse stroper een opmerkelijke straf op: tijdens zijn gevangenisstraf van een jaar moet de man minstens eenmaal per maand naar de film Bambi kijken (DS 19 december). Enkele jaren geleden verplichtte politierechter Peter D’Hondt een wegpiraat om A.F.Th. van der Heijdens roman Tonio te lezen.

Bij beide vonnissen lijkt de redenering dezelfde: via verhalen krijgen we een inkijk in het gevoelsleven van anderen en als gevolg daarvan zullen we ons in de toekomst anders (en hopelijk beter) gedragen. Beide straffen komen voort uit het geregeld verdedigde idee dat we door romans te lezen of films te bekijken onze morele vaardigheden ontwikkelen. Doordat we in contact komen met andere perspectieven op de werkelijkheid, kunnen we ook meer begrip gaan opbrengen voor die perspectieven en ontwikkelen we onze empathische vermogens.

Klinkt logisch, maar het idee is minder vanzelfsprekend dan het lijkt. De jongste jaren is er veel empirisch onderzoek gedaan naar de morele effecten van film en literatuur. Een sluitend bewijs dat onze omgang met verhalen inderdaad zulke positieve morele effecten heeft, is er vooralsnog niet. Dat mag niet verbazen. Onze omgang met verhalen, en in het bijzonder met fictieve verhalen, is complex. Er spelen veel factoren mee en het is moeilijk te bepalen wat de precieze effecten van elk van die factoren zijn. Zo speelt het een rol in welke vorm een verhaal gepresenteerd wordt, vanuit welk perspectief het verteld wordt en hoe complex het is.

Minstens even belangrijk is de persoonlijkheid van de kijker of lezer. Een empathisch iemand zal zich sterker inleven in een personage, terwijl een sadist waarschijnlijk eerder leedvermaak dan mededogen zal ervaren als die naar Bambi kijkt. Bovendien hebben we de neiging makkelijker mee te leven met personages die dicht bij ons staan, waardoor het kan gebeuren dat we sneller sympathiseren met een personage dat niet meteen een moreel verheffend voorbeeld biedt.

De verhalen waarmee we via film en literatuur in aanraking komen, hebben ongetwijfeld hun effect op hoe we naar de wereld kijken, hoe we denken en ons gedragen. Toch is dat effect in zekere mate onvoorspelbaar. Wanneer je ervan uitgaat dat iemand een beter mens zal worden enkel en alleen door maandelijks een Disneyfilm te bekijken, onderschat je de complexiteit van de effecten die verhalen op ons hebben.

(Deze tekst verscheen als opiniebijdrage in De Standaard)
Advertentie

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Uncategorized

Lars Von Trier

Lanceer de naam Lars von Trier in een gesprek en je hebt meteen voer tot discussie. Niet alleen doet de Deense filmregisseur met regelmaat een controversiële uitspraak, ook zijn films zelf zorgen regelmatig voor beroering. Maar ondanks de zeer verdeelde meningen, moet zelfs wie een hekel heeft aan films als Antichrist of Dancer in the Dark erkennen dat hier een regisseur aan het werk is die niet te negeren valt. Net als zijn eerdere films, confronteert ook het recente Melancholia zijn publiek met datgene waarmee het liever niet geconfronteerd wordt. Maar daarnaast zijn de films van von Trier ook steeds de moeite waard omdat hij de filmconventies in vraag durft stellen en er naar hartenlust mee experimenteert.

Bij het maken van een nieuwe film legt von Trier zich een aantal regels en beperkingen op, met verrassende resultaten tot gevolg. Een voorbeeld hiervan is Dogville, een film zonder realistisch decor. In plaats daarvan wordt het decor gevormd door witte lijnen op de vloer, die de plattegrond van het dorpje Dogville uittekenen en waar slechts enkele decorstukken aan toegevoegd zijn. Dit werkt bijzonde bevreemdend. Zeker omdat de personages zich gedragen alsof ze zich wel in een realistische setting bevinden, alsof hun huizen wel muren en deuren hebben. Als kijker zie je dus meer dan de personages en word je gedwongen een eigen standpunt in te nemen over wat zich in de film afspeelt.

Manderlay, een film met een soortgelijk decor, gaat zelfs nog een stapje verder. De verteller in de voice-over is onbetrouwbaar: wat hij het ene moment als waarheid verkondigt, wordt later onderuit gehaald door beelden die het tegendeel tonen of doordat de verteller op een volgend moment een ander standpunt inneemt. Daardoor wordt de kijker ook hier gedongen zijn eigen oordeel te vellen.

Het vastleggen van beperkingen, vinden we ook terug in het manifest van Dogme 95, dat mede door von Trier werd opgesteld. Het manifest bestaat uit tien regels en heeft als doel de focus van het filmmaken op het verhaal en de acteurs te leggen door afstand te doen van allerlei spectaculaire special effects en technische snufjes. De regels bepalen bijvoorbeeld dat de camera’s hand-held moeten zijn en dat films op locatie moeten worden gedraaid zonder toevoeging van extra decorelementen. Zelf maakte von Trier maar één dogme-film, The Idiots, maar een aantalvan dedogme-elementen zijn terug te vinden in andere films, zoals Breaking the waves en Dancer in the dark of de televisieserie The Kingdom.

Het lijstje experimenten die von Trier op zijn naam heeft staan is te lang om hier volledig te bespreken. Zo is er bijvoorbeeld ook nog Epidemic, waarin realiteit en fictie door elkaar lopen doordat von Trier zelf het hoofdpersonage van de film is. Of de komedie The boss of it all, waarbij een computerprogramma de kadrages van de shots bepaalt. In ieder geval is een film van von Trier altijd de moeite waard. Want je kan hem liefhebben of haten, maar een bijzondere film is het in ieder geval.

Dit artikel was eerder te lezen in Peper: http://www.jonggroen.be/files/_site/bestanden/nieuws/peper/JG137_PEPER19%20web.pdf 

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Peper / Vlam