Lanceer de naam Lars von Trier in een gesprek en je hebt meteen voer tot discussie. Niet alleen doet de Deense filmregisseur met regelmaat een controversiële uitspraak, ook zijn films zelf zorgen regelmatig voor beroering. Maar ondanks de zeer verdeelde meningen, moet zelfs wie een hekel heeft aan films als Antichrist of Dancer in the Dark erkennen dat hier een regisseur aan het werk is die niet te negeren valt. Net als zijn eerdere films, confronteert ook het recente Melancholia zijn publiek met datgene waarmee het liever niet geconfronteerd wordt. Maar daarnaast zijn de films van von Trier ook steeds de moeite waard omdat hij de filmconventies in vraag durft stellen en er naar hartenlust mee experimenteert.
Bij het maken van een nieuwe film legt von Trier zich een aantal regels en beperkingen op, met verrassende resultaten tot gevolg. Een voorbeeld hiervan is Dogville, een film zonder realistisch decor. In plaats daarvan wordt het decor gevormd door witte lijnen op de vloer, die de plattegrond van het dorpje Dogville uittekenen en waar slechts enkele decorstukken aan toegevoegd zijn. Dit werkt bijzonde bevreemdend. Zeker omdat de personages zich gedragen alsof ze zich wel in een realistische setting bevinden, alsof hun huizen wel muren en deuren hebben. Als kijker zie je dus meer dan de personages en word je gedwongen een eigen standpunt in te nemen over wat zich in de film afspeelt.
Manderlay, een film met een soortgelijk decor, gaat zelfs nog een stapje verder. De verteller in de voice-over is onbetrouwbaar: wat hij het ene moment als waarheid verkondigt, wordt later onderuit gehaald door beelden die het tegendeel tonen of doordat de verteller op een volgend moment een ander standpunt inneemt. Daardoor wordt de kijker ook hier gedongen zijn eigen oordeel te vellen.
Het vastleggen van beperkingen, vinden we ook terug in het manifest van Dogme 95, dat mede door von Trier werd opgesteld. Het manifest bestaat uit tien regels en heeft als doel de focus van het filmmaken op het verhaal en de acteurs te leggen door afstand te doen van allerlei spectaculaire special effects en technische snufjes. De regels bepalen bijvoorbeeld dat de camera’s hand-held moeten zijn en dat films op locatie moeten worden gedraaid zonder toevoeging van extra decorelementen. Zelf maakte von Trier maar één dogme-film, The Idiots, maar een aantalvan dedogme-elementen zijn terug te vinden in andere films, zoals Breaking the waves en Dancer in the dark of de televisieserie The Kingdom.
Het lijstje experimenten die von Trier op zijn naam heeft staan is te lang om hier volledig te bespreken. Zo is er bijvoorbeeld ook nog Epidemic, waarin realiteit en fictie door elkaar lopen doordat von Trier zelf het hoofdpersonage van de film is. Of de komedie The boss of it all, waarbij een computerprogramma de kadrages van de shots bepaalt. In ieder geval is een film van von Trier altijd de moeite waard. Want je kan hem liefhebben of haten, maar een bijzondere film is het in ieder geval.
Dit artikel was eerder te lezen in Peper: http://www.jonggroen.be/files/_site/bestanden/nieuws/peper/JG137_PEPER19%20web.pdf